Is het einde van de stijgende rentevoeten in zicht?
Kandidaat-kopers die al even zoeken naar een woning, zagen de rentevoeten aanzienlijk toenemen en hun maandelijkse aflossingscapaciteit afnemen. Is het een verhaal van nu of nooit? Of hebben we de piek eindelijk bereikt? We laten Johan Van Gompel, econoom bij KBC, en Freddy Heylen, professor economie aan de UGent, aan het woord.
BACK TO THE 80’S?
Twee jaar geleden betaalde u voor een vaste lening op 20 jaar amper 1,5% rente. Vandaag is het tarief gestegen tot plusminus 3,5%. De hamvraag is hoe hoog de rente nog kan gaan. “Een herhaling van de jaren 80 en 90 is erg onwaarschijnlijk”, benadrukt Johan Van Gompel, econoom bij KBC. “De volgende maanden zal de langetermijnrente waarschijnlijk nog lichtjes verder stijgen. Maar in het najaar verwachten we de piek en vanaf volgend jaar kunnen de tarieven weer wat omlaag. De rentestijging hing samen met het beleid dat de ECB voerde om de inflatie te beteugelen. Nu de inflatie opnieuw fors daalt, verdwijnt stilaan de noodzaak om de beleidsrente verder op te trekken.”
EEN ROOSKLEURIGE TOEKOMST
Ook op middellange termijn ziet de econoom weinig gevaar voor hoge rentevoeten. Van Gompel: “De torenhoge rentevoeten van de jaren 80 waren zeer uitzonderlijk. Die zijn waarschijnlijk voorgoed verleden tijd. Ze waren het resultaat van een opeenhoping van onevenwichten die volgden op de olieschokken: forse begrotingstekorten, inflatie, oplopende werkloosheid, tekorten op de betalingsbalans, verouderde industrieën en ga zo maar door. Vandaag is de situatie een stuk minder zorgwekkend. We zijn bovendien aanbeland in een omgeving van lage economische groei. Dat houdt de rentevoeten structureel laag.”
Over dat toekomstscenario zijn intussen veel economen het roerend eens. Volgens Freddy Heylen, professor economie aan de UGent, kunnen de rentevoeten de volgende jaren zelfs weer dalen tot dicht bij het niveau van een paar jaar geleden. “Dat blijkt uit eigen onderzoek en het is ook het basisscenario van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De demografie, de toegenomen ongelijkheid en de lage economische groei zetten aan tot meer sparen en remmen investeringen af. Dat houdt de rente fundamenteel laag. Die wetmatigheid leren studenten al in het eerste jaar economie.”
“Bedrijven investeren minder omdat ze steeds moeilijker mensen vinden om het beste uit hun machines te halen”, zegt Heylen. “De technologische vooruitgang was niet sterk genoeg om dat te compenseren. Tegelijkertijd sparen mensen meer omdat ze langer leven en minder vertrouwen hebben in het pensioen. Ook de groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk zet aan tot meer sparen. Zolang deze trends aanhouden, zal de rente laag blijven. Het meest waarschijnlijke toekomstscenario is dat de rente over vijf of tien jaar lager staat dan nu.”
VARIABEL HEEFT PRIJSKAARTJE
Wat er na 2030 zal gebeuren, is koffiedik kijken. “De nood aan massale groene investeringen – zowel door particulieren als door de overheid – kan de rente de komende jaren iets hoger duwen”, zegt Heylen. Ook technologische innovaties kunnen een groeiversnelling tot stand brengen. “Over tien jaar zullen we misschien opnieuw hogere rentevoeten zien”, meent Van Gompel. “Maar wees gerust: dat zullen geen tarieven meer zijn van 10% of 12%.”
Woningkopers die willen inspelen op de verwachte rentedaling, kiezen vandaag voor een woonkrediet met een variabele rente. Helaas zijn die nu erg duur geprijsd, blijkt uit de Rentebarometer van Immotheker. De startrentevoet van een jaarlijks aanpasbaar krediet (op 20 jaar) bedraagt nu gemiddeld 4,10% terwijl u voor een lening met vaste rente gemiddeld maar 3,57% rente betaalt. Om de (start)aflossing te drukken, kiest de meerderheid van de woningkopers nog altijd voor een vaste rente. Dat biedt bovendien zekerheid op lange termijn, zo redeneren ze. Want over tien of twintig jaar kan de situatie er helemaal anders uitzien.